Haviltex-norm bepalend bij uitleg offerte

Een Nederlandse bv die producten verkoopt aan particulieren binnen de EU schakelde een adviesbureau in voor btw-registraties en -aangiften in andere EU-landen. Maar toen de facturen op de mat vielen, volgde discussie: de bv vond de kosten veel te hoog en wilde een groot deel niet betalen. De zaak belandde bij de rechter, die duidelijkheid moest geven over wat er nu eigenlijk was afgesproken.

Achtergrond: verkopen over de grens, btw in het buitenland

De onderneming factureerde altijd Nederlandse btw aan EU-klanten. Totdat de Belgische belastingdienst in 2020 aanklopte en verkoopgegevens opvroeg over 2016 tot 2019 – het vermoeden was dat de drempel voor afstandsverkopen was overschreden. De bv vroeg een Belgisch btw-nummer aan en klopte vervolgens aan bij een btw-adviesbureau voor verdere hulp.

Volgens de offerte van het bureau golden vaste tarieven:

  • € 750 per land eenmalig voor de registratie

  • € 150 per maand per land voor het verzorgen van de btw-aangiften

  • 15% korting als alle registraties via dit adviesbureau liepen

Het bureau verzorgde daarop registraties in onder meer Spanje, Duitsland, Oostenrijk en Italië, en diende ook nog jaren aan achterstallige aangiften in.

Waar ging het mis?

Toen de facturen kwamen, trok de bv aan de noodrem. Hun standpunt:

🔹 De maandtarieven golden alleen voor toekomstige perioden na registratie
🔹 Aangiften over voorgaande jaren vielen volgens hen onder het eenmalige registratietarief
🔹 De communicatie over bezwaarprocedures was onvoldoende
🔹 De beloofde 15% korting was niet toegepast

Het adviesbureau eiste alsnog betaling en stapte naar de rechter.

Oordeel van de rechtbank: verwachtingen tellen

De rechter paste de Haviltex-norm toe. Dat betekent dat niet alleen de letter van het contract telt, maar ook wat partijen in redelijkheid van elkaar mochten verwachten.

De rechtbank oordeelde:

✔️ Het was niet redelijk om te verwachten dat de btw-aangiften over meerdere jaren (voor de registratie) bij het eenmalige tarief van € 750 inbegrepen zouden zijn.
✔️ De 15% korting verviel terecht, omdat niet alle registraties via het bureau liepen.
✔️ De opgelegde boetes kwamen voor rekening van de bv zelf, omdat zij eerder haar verplichtingen had verwaarloosd.

De rechter wees de vordering van het adviesbureau grotendeels toe: de bv moest € 20.280 betalen, plus rente en kosten. Alleen één te hoge factuur werd gecorrigeerd. De tegenvorderingen van de bv werden afgewezen.

Wat leer je hiervan?

Internationale btw-verplichtingen zijn complex – vooral bij verkopen aan particulieren in andere EU-landen. De drempel voor afstandsverkopen is zo overschreden, en achterstallige btw kan vergaande gevolgen hebben. Daarnaast laat deze zaak zien dat duidelijkheid in afspraken essentieel is, vooral over tarieven, taken en verwachtingen. Wat niet zwart-op-wit staat, wordt bij een conflict pas helder bij de rechter.

Twijfel je of je onderneming moet registreren voor btw in het buitenland? Of wil je advies over afstandsverkopen, OSS-regelingen of btw-aangiften in de EU? Van Berkel Accountants helpt je graag met duidelijke afspraken én praktische oplossingen.

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNHO:2025:1951 | 25-02-2025