Wanneer is er sprake van een winstuitdeling bij een lening aan een kind?

Het komt regelmatig voor dat een directeur-grootaandeelhouder (dga) vanuit zijn bv een lening verstrekt aan een familielid. Maar wat gebeurt er fiscaal als de lening (gedeeltelijk) oninbaar blijkt? Een recente uitspraak van Rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2025:5298) geeft hierover duidelijkheid.

De casus

In 2006 verstrekt een vader via zijn bv een lening van € 90.000 aan zijn zoon. De zoon raakt in financiële problemen en wordt in 2015 failliet verklaard. De bv dient de vordering in bij de curator en ontvangt in 2018 een uitkering van € 7.764. De Belastingdienst stelt dat de resterende vordering vanaf dat moment is prijsgegeven door de bv. Volgens de inspecteur betekent dit een vermogensverschuiving naar de vader, en dus een belastbare winstuitdeling.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank moest beoordelen of er daadwerkelijk sprake was van een prijsgegeven vordering en daarmee van een winstuitdeling. Belangrijk hierbij was het volgende:

  • Geen kwijtschelding door de bv
    De bv had de vordering volledig ingediend bij de curator. Er is nooit een handeling geweest die wijst op het definitief prijsgeven van het resterende bedrag.

  • Stilzitten is geen prijsgeven
    Dat de bv na de uitkering van de curator geen verdere actie ondernam, betekent niet automatisch dat de vordering is opgegeven. Stilzitten is niet hetzelfde als juridisch of feitelijk prijsgeven.

  • Slotuitdelingslijst verandert niets
    Ook het feit dat de vordering op de slotuitdelingslijst van de curator als oninbaar werd aangemerkt, maakt volgens de rechter geen verschil.

De conclusie van de rechtbank: de vordering is niet definitief uit het vermogen van de bv verdwenen. Er is dus geen sprake van een winstuitdeling. Het beroep van de vader slaagde en de correctie van de Belastingdienst werd vernietigd.

Wat betekent dit voor jou?

Voor dga’s die vanuit hun bv geld lenen aan familieleden, laat deze uitspraak zien dat een oninbare lening niet automatisch leidt tot een winstuitdeling. Zolang de bv de vordering niet actief prijsgeeft, blijft deze gewoon op de balans staan.

Toch is het verstandig om bij dit soort familieleningen vooraf goed stil te staan bij de fiscale risico’s. De Belastingdienst kijkt kritisch of een lening zakelijk is en of er sprake kan zijn van bevoordeling.

Wil je sparren over de fiscale gevolgen van leningen binnen de familie? Of wil je weten hoe je dit het beste vastlegt? Neem gerust contact met ons op.

Bron: Rechtbank Gelderland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBGEL:2025:5298 | 03-07-2025