De btw-regels zijn soms ingewikkeld, zeker als het gaat om handel in luxe goederen zoals horloges. In deze zaak draaide het om een vof die horloges in Spanje kocht en die in Nederland verkocht. Daarbij liep het mis met de btw-afhandeling én met de afspraken die eerder met de Belastingdienst waren gemaakt.
Wat ging er mis?
De vof kocht nieuwe horloges in Spanje en betaalde daar Spaanse btw over. In Nederland verkocht zij die horloges weer, maar gebruikte daarbij de margeregeling.
Die regeling is bedoeld voor handelaren in tweedehands goederen. Ze hoeven dan alleen btw te betalen over de winstmarge, niet over de hele verkoopprijs. Dat is eerlijk, omdat over die goederen eerder al btw is betaald. Maar: de regeling geldt niet voor nieuwe goederen. Doordat de vof de margeregeling toch toepaste, betaalde zij te weinig btw.
De afspraken met de Belastingdienst
Na een boekenonderzoek sloot de vof in 2017 een vaststellingsovereenkomst (VSO) met de Belastingdienst voor de jaren tot en met 2015. In zo’n overeenkomst staat zwart op wit welke afspraken gelden om een geschil af te sluiten. Daarin stond duidelijk dat vanaf 2016 de normale wettelijke regels gevolgd moesten worden.
Toch stelde de vof later dat er mondeling met de inspecteur zou zijn afgesproken dat voor 2016 geen naheffing zou volgen. De Belastingdienst dacht daar heel anders over en legde alsnog een naheffing op.
Wat vond de rechter?
De vof probeerde op meerdere manieren onder de naheffing uit te komen:
- Ze zei dat de VSO onder dwang was ondertekend.
- Ze wilde de inspecteur en haar adviseur als getuigen laten horen over een mondelinge afspraak.
- Ze stelde dat het onredelijk was dat de Belastingdienst alsnog een naheffing oplegde.
Het hof ging daar niet in mee:
- Getuigen te laat aangevraagd – de vof had eerder al de kans om getuigen te laten horen maar deed dat pas op het laatste moment.
- VSO blijft geldig – er stond duidelijk in dat er geen sprake was van dwang, dwaling of bedrog. Bovendien werd de vof bijgestaan door een adviseur.
- Mondelinge afspraken tellen niet meer – de VSO was leidend en daarin stond dat vanaf 2016 gewoon de wettelijke regels gelden.
De naheffing van € 23.355 was gebaseerd op de eigen administratie van de vof en stond zelfs in haar belastingaangifte. Daarmee was voor het hof duidelijk dat de Belastingdienst gelijk had.
Wat betekent dit voor jou?
Deze uitspraak laat goed zien wat de risico’s zijn:
- Gebruik de margeregeling alleen waar het mag. Nieuwe goederen vallen er niet onder.
- Mondelinge afspraken met de Belastingdienst zijn niets waard als er later een schriftelijke overeenkomst wordt gesloten.
- Een VSO is bindend. Ook als je later spijt krijgt, kun je er niet zomaar onderuit.
- Je eigen administratie kan het bewijs leveren voor een naheffing.
Twijfel je of de margeregeling of andere btw-regels juist worden toegepast? Of zit je in een discussie met de Belastingdienst over een VSO? Wij helpen je graag om problemen en hoge naheffingen te voorkomen.