Fiscale migratie: waar is thuis?

Heb je plannen om een deel van je tijd in het buitenland door te brengen? Het is goed om eens te kijken welke consequenties dit heeft voor je fiscale situatie. Dat die wellicht niet zo duidelijk is als je zou denken, blijkt uit het volgende voorbeeld:
De casus: Freek emigreerde in 2015 naar Duitsland. Althans dat was zijn idee. Maar de Belastingdienst oordeelde dat Freek fiscaal gezien nog steeds in Nederland woonde en legde hem een navorderingsaanslag voor de inkomstenbelasting op. Natuurlijk maakte Freek bezwaar, maar de Belastingdienst bleef bij het standpunt. Freek stapte naar de rechtbank met de vraag: ‘wat is mijn fiscale woonplaats; Duitsland of Nederland?’
De situatie: De gepensioneerde Freek heeft in Nederland een koopwoning, die hij na zijn verhuizing naar Duitsland verhuurt. Bij de verhuur heeft hij afgesproken dat hij de woning 62 dagen per jaar zelf mag gebruiken. In 2015 verbleef hij 61 dagen in Nederland en 146 dagen in Duitsland. De rest van het jaar was hij onder meer in Spanje. Je zou dus zeggen dat Freek duidelijk niet meer in Nederland woont. Toch vindt de Belastingdienst van wel. Die is namelijk van mening dat Freek Nederland nooit heeft willen verlaten en dat zijn verblijf in Duitsland slechts kortdurend was. Vooral de voorwaarde dat Freek zijn verhuurde woning in Nederland zelf kon blijven gebruiken, speelt hierin een belangrijke rol.
Het oordeel: De rechtbank kijkt voor het bepalen van de fiscale woonplaats van Freek naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad. Hierin werd bepaald dat álle omstandigheden meetellen en dat het erom gaat of de belastingplichtige een persoonlijke band heeft met Nederland. De duurzame band met Nederland hoeft daarbij niet sterker te zijn dan die met een ander land. Hierdoor is het mogelijk om fiscaal gezien in meerdere landen te wonen. De rechtbank oordeelt dan ook dat Freek inderdaad fiscaal in Nederland is blijven wonen.
Hoger beroep: Freek laat het hier niet bij zitten en gaat in hoger beroep. Maar het hof bevestigt de eerdere uitspraak dat Freek nooit de intentie had om zich langdurig in Duitsland te vestigen en zijn bestaande duurzame banden met Nederland te verbreken. De voorwaarde om de woning in Nederland te kunnen blijven gebruiken, is hierbij een belangrijk gegeven. Dat hij langere tijd in zijn vakantiewoning in Spanje verbleef en in Duitsland alleen een woning huurde, versterken dit nog eens. Ook het feit dat Freek als pensionado geen dienstbetrekking heeft, helpt hem niet.
De conclusie: Freek heeft Nederland fiscaal gezien nooit verlaten en de navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor 2015 is terecht opgelegd. Wanneer jij plannen hebt om voor langere of kortere tijd in het buitenland te verblijven, is het dus belangrijk om goed te weten welke consequenties dit heeft voor je fiscale situatie. Wil je hierover meer weten, neem dan vooral contact met ons op. We zoeken het graag voor je uit!
Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS2024721, 22/2549 en 22/2550 | 22-01-2024