Bijtelling bij wisselen van bestelauto naar personenauto

Hoe zit het nu precies met bijtelling bij bedrijfsauto’s? Hierover krijgen we regelmatig vragen. De regels blijven lastig, zeker wanneer een situatie verandert. Aan de hand van onderstaand voorbeeld van een iemand in loondienst kunnen we misschien wat duidelijkheid scheppen. Maar let op; iedere situatie is anders. Laat je altijd goed adviseren.

De situatie

Jelle is in loondienst bij een bedrijf en rijdt tot augustus in een bestelauto van de zaak. Hij gebruikt deze bestelauto alleen voor zakelijke ritten. Hij houdt geen rittenregistratie bij en heeft een ‘verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’. In augustus krijgt Jelle een nieuwe functie binnen hetzelfde bedrijf waarbij een personenauto hoort. Deze auto wil hij graag privé gaan rijden en daarom trekt zijn werkgever vanaf dat moment de ‘verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ in.

De vraag

Moet de werkgever nu bijtelling toepassen, en zo ja, vanaf wanneer?

Wat denk jij?

  1. Omdat Jelle geen rittenregistratie voor de bestelbus heeft bijgehouden, moet zijn werkgever over het hele kalenderjaar bijtelling toepassen.
  2. Omdat Jelle geen rittenregistratie heeft bijgehouden voor de bestelbus, moet zijn werkgever vanaf augustus bijtelling toepassen. Voor de maanden daarvoor krijgt hij een naheffingsaanslag.
  3. Jelle mag vanaf augustus een ‘verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen. Hij moet vanaf dat moment dan een sluitende rittenregistratie bijhouden en mag voor de resterende maanden naar tijdsgelang niet meer dan 500 kilometer privé rijden.
  4. Jelle mag vanaf augustus een ‘verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen. Hij moet dan een sluitende rittenregistratie bijhouden en mag op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé rijden.

Voordeligste keuze

De vierde optie is in het geval van Jelle de fiscaal voordeligste keuze. Bijtelling toepassen kan namelijk alleen per kalenderjaar. Als zijn werkgever hier direct voor kiest, is Jelle ook bijtelling verschuldigd over de maanden waarin hij de bestelauto reed. Deze heeft hij niet privé gebruikt. Dat zou dus zonde zijn. Het is veel verstandiger om de bijtelling pas in te laten gaan op 1 januari van het nieuwe jaar.

Wel rittenregistratie

Voor de maanden augustus tot december volgt dan een overbruggingsperiode. Hiervoor vraagt de werkgever een verklaring ‘geen privégebruik auto’ aan. De voorwaarden voor deze verklaring zijn dat Jelle in de resterende maanden maximaal 500 kilometer privé rijdt én een sluitende rittenregistratie bijhoudt.

Wanneer hij in het eerste deel van het jaar geen auto ter beschikking zou hebben gehad, was slechts een evenredig deel van de 500 km voor de resterende maanden van het jaar beschikbaar. Maar Jelle had die maanden een bestelauto waarmee hij 0 kilometer privé heeft gereden (dit blijkt uit de eerdere ‘verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’.) Daarom heeft hij van augustus tot december nog 500 privékilometers beschikbaar.

Jouw situatie

Uit bovenstaand voorbeeld blijkt dat de fiscaal voordeligste keuze per situatie anders is. Je kunt daarom het beste alle mogelijkheden tegen elkaar afwegen voordat je besluit bijtelling toe te passen. Kom je er niet uit? We helpen je graag met bepalen wat voor jou de beste keuze is.

Wil je meer lezen? Wij hebben diverse brochures over de (bestel)auto van de zaak:
Auto van de ondernemer
Bestelauto van de zaak
Auto van de zaak

Bron: Accountancy Vanmorgen

Disclaimer: wij proberen ingewikkelde onderwerpen in eenvoudige en duidelijke taal uit te leggen. Dit kan betekenen dat genoemde voorbeelden fiscaal of juridisch gezien niet helemaal volledig zijn. Laat je adviseren over jouw persoonlijke situatie voordat je beslissingen neemt.